Hier onder kunt u 40 aforismen lezen uit het boek ‘Menselijk al te menselijk’ . In totaal staan er bijna 1400 aforismen in en in de Nederlandse uitgave van de Arbeiders pers zijn die verdeeld over ruim 550 bladzijden. Het boek is eerst in losse delen gepubliceerd tussen 1887/80 en in 1886 onder deze titel verschenen.

Het boek is deels geschreven vanuit een zwaar gemoed dat gevoed werd door ziekte, afscheid en twijfel. Door zware hoofdpijnen en slecht ogen is Nietzsche min of meer gedwongen in korte aforismen te schrijven die voornamelijk over de psyche van de mens gaat, grote twijfel of zijn eigen aard, afkomst en toekomst hebben deze keuze natuurlijk gestuurd. Door de vele korte aforismen die ,ondanks hun lengte, toch vaak veel te zeggen hebben is dit boek naar mijns inziens een goed boek om mee te beginnen als Nietzsche onbekend is, een paar aforismen per dag en de wereld gaat er vanzelf anders uitzien.

Ik kan ten zeerste aanraden dit boek te kopen en op het nachtkastje te leggen.


161 Zelfoverschatting in het geloof aan kunstenaars en filosofen

We denken allemaal dat de kwaliteit van een kunstwerk, van een kunstenaar be­wezen is als hij ons ontroert, schokt. Maar dan zouden toch eerst onze eigen kwaliteiten in oordeel en gevoel bewezen moeten zijn: wat niet het geval is. Wie heeft er in het rijk van de beeldende kunst méér ontroering en verrukking gewekt dan Bernini, wiens invloed is machtiger geweest dan die van de post-Demosthenische retor, die het asianisme introduceerde en twee eeuwen lang liet overheersen? Deze heerschappij gedurende hele eeuwen is nog geen enkel bewijs voor de kwaliteit en duurzame geldigheid van een stijl; daarom moet men niet te zeker zijn van het goed vertrouwen dat men in een kun­stenaar stelt: dat is immers niet alleen vertrouwen in de waarachtig­heid van ons gevoel, maar ook in de onfeilbaarheid van ons oordeel, terwijl het oordeel of het gevoel of beide zelf te grof of te fijn van aard, overspannen of ruw kunnen zijn. Ook de zegeningen en be­zielde momenten van een filosofie of godsdienst vormen nog geen bewijs voor hun waarheid: net zomin als het geluk dat de krankzin­nige uit zijn idee-fixe put, een bewijs is voor de redelijkheid van dat idee.

Geen opmerkingen: