Hier onder kunt u 40 aforismen lezen uit het boek ‘Menselijk al te menselijk’ . In totaal staan er bijna 1400 aforismen in en in de Nederlandse uitgave van de Arbeiders pers zijn die verdeeld over ruim 550 bladzijden. Het boek is eerst in losse delen gepubliceerd tussen 1887/80 en in 1886 onder deze titel verschenen.

Het boek is deels geschreven vanuit een zwaar gemoed dat gevoed werd door ziekte, afscheid en twijfel. Door zware hoofdpijnen en slecht ogen is Nietzsche min of meer gedwongen in korte aforismen te schrijven die voornamelijk over de psyche van de mens gaat, grote twijfel of zijn eigen aard, afkomst en toekomst hebben deze keuze natuurlijk gestuurd. Door de vele korte aforismen die ,ondanks hun lengte, toch vaak veel te zeggen hebben is dit boek naar mijns inziens een goed boek om mee te beginnen als Nietzsche onbekend is, een paar aforismen per dag en de wereld gaat er vanzelf anders uitzien.

Ik kan ten zeerste aanraden dit boek te kopen en op het nachtkastje te leggen.


264 De geestrijke overschat óf onderschat

Onwetenschappelijke, maar be­gaafde mensen waarderen elk blijk van geest, of die nu op het juiste of op het verkeerde spoor zit; ze willen vooral dat de mens die met hen omgaat, hen goed met zijn geest amuseert, aanspoort, bezielt, tot ernst en scherts aanzet en in elk geval als zeer krachtig amulet tegen de verveling beschermt. De wetenschappelijke naturen weten daarentegen dat het talent om allerlei invallen te hebben zo streng mogelijk moet worden ingetoomd door de wetenschappelijke geest; niet wat glanst, schittert, opwindt, maar de vaak onopvallende waar­heid is de vrucht die hij van de boom der kennis wenst te schudden. Hij mag net als Aristoteles geen onderscheid maken tussen 'verve­lende' en 'geestrijke' mensen, zijn demon leidt hem zowel door de woestijn als door tropische vegetatie, opdat hij altijd alleen aan het werkelijke, houdbare en onvervalste plezier beleeft.-Hieruit resulteren bij onbeduidende geleerden minachting en argwaan jegens het geestrijke in zijn algemeenheid, en geestrijke mensen hebben op hun beurt vaak een aversie tegen de wetenschap: zoals bijna alle kunste­naars

Geen opmerkingen: